Hormonale anticonceptie
De anticonceptiepil geeft een verhoogd tromboserisico. Uit studies is gebleken dat vrouwen die de pil nemen een 4 maal hogere kans op een trombose hebben dan vrouwen die de pil niet nemen. Voor de zogenaamde 3e generatiepil ligt de kans op een trombose nog hoge. De pil veroorzaakt een lichte APC-resistentie (de klassieke APC-resistentie wordt veroorzaakt door Factor V Leiden) en een lichte Proteine S difficientie. Beide afwijkingen geven een verhoogde tromboseneiging. Vroeger werd het tromboserisico van de pil geweten aan de aanwezigheid van oestrogenen doch tegenwoordig is geweten dat ook de progestagenen een tromboserisico inhouden. Over de combinatie van verschillende risicofactoren is nog niet alles bekend. Wel is bekend dat bij vrouwen met een Factor V Leiden, waarbij de kans op een trombose 6 maal hoger ligt dan bij personen die geen Factor V Leiden hebben, het nemen van de pil leidt tot een risicoverhoging van 40 maal. Dit is meer dan verwacht wordt van de beide risicofactoren afzonderlijk. Blijkbaar versterken ze elkaar. |
![]() |
Met het nemen van de pil moet dus worden opgepast wanneer men reeds andere risicofactoren voor trombose heeft zoals stollingsafwijkingen (zie trombofilie) of een voorgeschiedenis van tromboses. In bepaalde centra wordt de pil volledig afgeraden in dergelijke situaties. Patiënten die kort na het starten van de pil een trombose doormaken, mogen geen pil meer gebruiken gezien de kans hoog is dat dan opnieuw een trombose zou optreden. Indien toch voor de pil wordt besloten, dient gekozen te worden voor een zgn. tweede generatiepil en niet voor een derde generatiepil gezien bij deze laatste het tromboserisico nog hoger ligt. Als een vrouw antistolling gebruikt vanwege een trombose kan ze wel de pil gebruiken omdat ze dan in principe beschermd is tegen het optreden van een nieuwe trombose. Toch mag men niet vergeten dat ook onder antistolling nog een kleine kans bestaat op een trombose. |
Mirena spiraal
Tegenwoordig wordt vaak de Mirena spiraal aangeraden bij vrouwen met een voorgeschiedenis van trombose. Het effect van deze spiraal komt deels van het feit dat ze een lage dosis hormonen (progestageen) afgeeft. Ze bevat 52mg levonorgestrel en geeft 20microgram levonorgestrel per 24u af. Dit betekent dat ze toch ook een theoretisch tromboserisico inhoudt, dat weliswaar lager is dan voor de klassieke pil.
Hormone Replacement Therapy (HRT)
Minder bestudeerd dan de klassieke anticonceptiepil is de HRT die gegeven wordt aan vrouwen met overgangsklachten. Dit zijn evenwel ook hormoonpreparaten en houden dan ook een verhoging van het tromboserisico in. Ook hiermee dient voorzichtig te worden omgegaan bij vrouwen met een geschiedenis van trombose of trombofilie. Het gaat hier om preparaten zoals Climene (estradiol/cyproteronacetaat), Climodien (estradiol/dienogest), Femoston (estradiol/dydrogesteron), Fem7Sequi (estradiol/levonorgestrel), Trisequens, Aktivelle, Kliogest (estradiol/norethisteron), Premelle, Plentiva (geconj. oestrogenen/medroxyprogesteron), Premarin Plus (geconj. oestrogenen/medrogeston), en Prempak-C (geconj. oestrogenen/norgestrel).
Indeling van orale anticonceptiva
Hormonale anticonceptiva worden op grond van chronologie ingedeeld in generaties: (verder kunnen ze ook in een-, twee, en driefasepillen worden verdeeld)
eerste generatie |
|
Microgynon-50 Neo-Stediril Neogynon 21 Stediril-D Ovostat Binordiol Fysioquens Ovanon |
tweede generatie |
|
Microgynon-30 Stediril 30 Mini Pregnon Ministat Modicon Neocon Lovette Trigynon Trinordiol Trinonvum |
derde generatie |
|
Marvelon (desogestrel) Mercilon (desogestrel) Gracial (desogestrel) Ovidol (desogestrel) Femodeen (gestodeen) Harmonet (gestodeen) Meliane (gestodeen) Minulet (gestodeen) Tri-Minulet (gestodeen) Triodeen (gestodeen) Cilest (norgestimaat) |
Er komen geregeld nieuwe pillen op de markt maar men kan dus aan het progestageen zien of het een derde generatiepil is.
Tegenwoordig gaat de voorkeur uit naar tweede generatie en eenfasepillen tenzij in specifieke gevallen.